Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij riepen tot den koning; zo ging tot hen uit [30]Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de [31]schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de [32]kanselier. 30. Zie van dezen vromen en godvruchtigen hofmeester, Jes.22:20, enz. Van zulk ambt, zie 1 Kon.4:6. Hebreeuws, die over het huis was. 31. Anders, griffier, of secretaris; te weten, des konings. Zie 1 Kon.4:3. 32. Hebreeuws, memoriemaker. Alzo ook vs.37; idem 1 Kon.4:3. Zie de aantekening.